Twan krijgt van een wildvreemde man op straat ongevraagd een ouderwets sprookjesboek in zijn handen gedrukt. Thuis wil Twans kleine zusje Nora dolgraag uit dat boek worden voorgelezen. Maar als Twan begint, verandert hun omgeving en belanden ze in het sprookje zelf. Dat blijkt een stuk minder kinderachtig dan Twan dacht, het is bepaald niet ongevaarlijk in Sprookjesland. Zo ontmoeten ze al snel de griezelige wolf van Roodkapje en niet veel later de humeurige heks van Hans en Grietje. Zelfs de zo lieftallige Sneeuwwitje blijkt te zijn veranderd in een klagerig en ziekelijk vrouwmens. Gelukkig zijn er ook sprookjesfiguren die wel oké zijn, zoals Ludo, de enige dwerg die het nog volhoudt met Sneeuwwitje. Dan wordt Nora plotseling ontvoerd, nota bene door de Rattenvanger van Hamelen en gaan Twan en Ludo erachteraan. Er volgt een wervelend avontuur dat de lezer wellicht niet zo snel achter het roze, weinig zeggende omslag had verwacht. Het verhaal is geschreven in een vlotte, eigentijdse schrijfstijl met gebruik van veel korte zinnen. De geslaagde vorm en inhoud maken deze uitgave tot een aantrekkelijk, stoer, spannend en bij vlagen grappig modern sprookjesboek. Vanaf ca. 10 jaar. Verberg tekst