Een meisje ligt in bed te kijken naar een mobiel waaraan zeven paarden hangen. De paarden komen tot leven. Zes hebben een kleur maar het zevende paard niet; ieder dier geeft wat van zijn kleur aan het kleurloze paard. Dit gaat zo verder: ze maken een plek voor het paard, ze geven het paard verzinsels. Dan krijgen alle paarden een veulen. Het zevende veulen heeft alles in zich dat de andere paarden aan zijn moeder hebben gegeven. Hij geeft van al die dingen iets aan het meisje. In dit prentenboek is het fantasieverhaal geïllustreerd met subtiel getekende illustraties over dubbele pagina’s. De paarden zijn als fantasiedieren verbeeld. De bladzijden zijn gekleurd in groen-grijstinten wat de dromerige sfeer versterkt. De eenvoudige, poëtische tekst is in de tekeningen gedrukt. Het meisje is ziek: er staat een rolstoel en er liggen pillenstrippen op het nachtkastje. Het verschil tussen de eerste en de laatste tekening is de toegevoegde kleur. Dit zal jonge kinderen misschien niet direct opvallen, maar het repeterende element van het verhaal en de fantasie met paarden zal hen aanspreken. Zowel de illustrator als de schrijver zijn van Iraanse afkomst. Dit bijzondere prentenboek is ontstaan binnen het project ‘Read with me’ en werd o.a. begeleid door Marit Törnqvist. Vanaf ca. 5 jaar.